Alle interviews kunnen worden opgevraagd bij cornel.bierens@atncb.nl.
> De interviews met Chris Dercon (februari 1990) en John Körmeling (juni 1989), waar de beelden hiernaast bijhoren, zijn hier onderaan te downloaden.
Juni 1997
Gesprek met Hannah van Bart naar aanleiding van een expositie bij Tanja Rumpff
in Haarlem. „Alle schilders zijn mijn concurrenten, godzijdank, dat is juist
het geweldige van traditie!“
Febr 1997
Interview met Fluxus-verzamelaar Harry Ruhé, samensteller van de
overzichtstentoonstelling gewijd aan Wim T. Schippers in het Centraal Museum
Utrecht, en schrijver van de tegelijkertijd verschenen oeuvrecatalogus Wim
T. Schippers. „Wim had veel meer succes kunnen hebben.“
Augustus 1996
Interview met Voebe de Gruyter, die fenomenen bestudeert als mist, roos,
kauwgom, poedersuiker, emmers, balpennen, krassen en vlekken. „Het gaat om
concentratieplekjes, om deeltjes informatie, iets kleins waar heel veel
in zit.“
Augustus 1995
Interview met Lex ter Braak en Bart de Baere, samenstellers van Onder
Anderen in een klooster in Venetië, een tentoonstelling van vijf
Nederlandse en vijf Vlaamse kunstenaars. „De erkenning van de onmogelijkheid
om het kunstwerk te vatten, is al de hele twintigste eeuw aanwezig.“
Augustus 1995
Interviews met de deelnemende kunstenaars David Bade, Christophe Fink, Honoré
d´O, Liza May Post, Job Koelewijn, John Körmeling, Guy Mees, Suchan Kinoshita.
„Volgens mij is het enige wat nu nog telt voor kunstenaars het
bewustzijn.“
April 1994
Interview met de Mexicaanse kunstenaar Gabriël Orozco over zijn bijdrage aan de
tentoonstelling WATT in het Rotterdamse Witte de With. „Het idee van
de satelliet, dat is belangrijk. De transmittor die uit het centrum is, zoals
migranten uit hun centrum zijn.“
Febr 1994
Gesprek met John Körmeling over het nieuwe Van Abbemuseum in Eindhoven. De
beste en goedkoopste oplossing is een kopie van het oude museum erbij te laten
bouwen door Japanners.
Oktober 1993
Het denken en zijn van de Duitse kunstenaar Georg Herold. Interview naar
aanleiding van zijn tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. „Er is
geen enkele reden meer om onderscheid te maken tussen afval en bewust ontworpen
dingen, In principe kan nu alles tot fetisj worden verheven.“
Juni 1993
Interview met de Oostenrijkse kunstenaarstweeling Christine en Irene
Hohenbüchler bij hun tentoonstelling Herbar 6,9 (Das Pelzchen) in
Galerie Paul Andriesse, Amsterdam. „Textiel is onze metafoor geworden voor
verbindingen leggen. Schering en inslag, in vele variaties.“
Februari 1993
Interview met Hripsimé Visser, curator fotografie, Stedelijk Museum Amsterdam.
„In de fotografie zaten vragen die me pas echt interesseerden.“
Juni 1992
Gesprek met Harm Lux, curator Shedhalle Zürich. „Kunstenaars moeten nadenken
over hoe hun werken gezien worden, en dat zet hun authenticiteit onder druk. Dat
ze waarnemers zijn die iets voor waarnemers produceren, maakt hun
onafhankelijkheid problematisch.“
Februari 1991
Interview met Marianne Brouwer, curator beeldhouwkunst Kröller-Müller Museum.
Otterlo. Over het weigeren van de wereld, het verlies van het midden, het
afpakken van de mythologische tijd. Over het tapijt als plattegrond van de
kosmos, leegte als de spanning tussen volle dingen en wat er kan gebeuren bij
het leren lezen van het woord schaap.
Februari 1990
Kennismaking met de directeur van de in januari geopende kunstruimte Witte de
With in Rotterdam. „Toen Jean-Luc Godard destijds een brandende kaars hield
onder een Rembrandt, probeerde ik dat terug te vinden in de beeldende kunst. Ik
denk dat dat zo langzamerhand gelukt is bij de Destroyed Room van Jeff
Wall.“
> Het interview is onderaan te downloaden.
Juni 1989
Interview met de kunstenaar/architect over maatreeksen, bureaucratie, de klank
van getallen en Tallin. Hoe ver kun je kijken in Nederland? „Het klopt wel
maar niet helemaal. Daarom moet je het zo laten kloppen dat het goed
klinkt.“
> Het interview is onderaan te downloaden.
Mei 1988
Interview met de vertegenwoordiger van Nederland op de Biënnale van Venetië
1988. „Ik wil werk maken dat eigenlijk nergens bij hoort. Het lijkt me een
ramp om een werkmethode te hebben die je gaat bepalen.“
April 1987
Interview met J.C.J. van der Heyden. „Ik denk dat we kunst beoefenen op de
veronderstelling van het bestaan van een zuivere kwaliteit, anders zouden we
ermee ophouden.“