In de roman City of Glass (1985) van de Amerikaanse schrijver Paul Auster komt een man voor die in New York elke dag een wandeling maakt in de vorm van een letter. Zo schrijft hij in vijftien dagen de woorden THE TOWER OF BABEL. Het bracht in 1995 mijn toenmalige vriend A op het idee van een geveltekeningenproject. Het plan was om in de stad een groot openbaar beeldscherm neer te hangen waarop iedere dag een nieuwe tekening zou verschijnen. Die zou hij maken door steeds volgens een bepaald vooropgezet patroon door de stad te lopen.
Een andere inspiratiebron was een steenmarter in Ubbergen, die een kaart van Nederland had getekend. De marter was uitgerust met een zogenoemde transponder, onderdeel van het door natuuronderzoekers gebruikte Automatisch Plaatsbepalingssysteem voor Dieren. Mijn vriend had zijn zinnen gezet op dat systeem, dat te koop was voor 10.000 gulden.
A, ook wel AA, die ik zo moet aanduiden omdat hij anonimiteit als essentieel zag, was de meest radicale kunstenaar die ik heb gekend. Ik bewonderde hem, wilde wat voor hem doen, maar stond voor een levensgroot dilemma. Moest ik hem steunen in zijn plannen en voor hem subsidie aanvragen, met als risico dat ik zijn anonimiteit zou doorbreken? Of moest ik zijn anonimiteit respecteren en toch niets doen, met de grote kans dat het project er nooit zou komen? Ik koos voor het eerste, helaas, want ondanks de welwillendheid van het Fonds BKVB liep het niet goed af.
Daarna heb ik A nooit meer gezien. Maar nog altijd vraag ik mij af of hij niet de influisteraar was van Chris, een jongeman die in 2003 deelnam aan AmsterdamREALTIME, een project van de kunstenaar Esther Polak. Zij gaf Amsterdammers bij hun bewegingen door de stad elektronische zenders mee, die maakten dat op een groot zwart scherm in het Gemeentearchief gaandeweg de plattegrond van de stad zichtbaar werd. Chris echter hield het niet bij zijn normale bewegingen. Hij had in de kaart van Amsterdam een duif gezien en was die gaan lopen. De kop lag in Noord, de staart op de Oostelijke eilanden, de buik volgde de Singel, et cetera.
Terwijl ik voor NRC-Handelsblad een artikel schreef over
AmsterdamREALTIME, probeerde ik nog te achterhalen of Chris bekend
was met A. Wie? – ik werd aangekeken of ik gek was. Later vertelde Esther
Polak me dat het Fonds BKVB zeer pertinent was geweest in zijn afwijzing van
subsidie voor haar project. Niet vernieuwend, was het oordeel. Heel vreemd, want
over A had ik dat de commissieleden nooit horen zeggen, integendeel.
Zie ook kunstteksten/NRC-Handelsblad. 21–02–2003.
> Een biografische schets van A uit de Encyclopedie van fictieve kunstenaars is hieronder te downloaden.